Doorgaan naar hoofdcontent

Grieks en/of Hebreeuws

 


 

Grieks en Hebreeuws

 

Het boek Makkabeeën, een van de apocriefe boeken, vertelt het verhaal van de Joodse Opstand ongeveer 150 jaar voor de tijd van het Nieuwe Testament. De Grieken, geleid door Antiochus Epiphanes, veroverden het land Israël en dwongen de Joden om hun nationale erfgoed en de Thora te verlaten en de Griekse cultuur te gaan volgen. Vanwege de Jodenhaat voor alle dingen die Hellenistisch zijn, inclusief de cultuur en taal, leidde Judah Maccabee een opstand tegen Antiochus Epiphanes, waarbij zowel de Grieken werden verdreven als de Joden werden afgeslacht die de Griekse taal en cultuur hadden overgenomen. Deze opstand toont de Joodse haat tegen de Hellistische cultuur aan en de onjuiste veronderstelling dat de Joden de Griekse taal vrijelijk overnamen in de tijd van het Nieuwe Testament.

 

Josephus was een eerste-eeuwse joodse historicus die het joodse leven en sentiment in de tijd van het Nieuwe Testament vastlegde. In zijn werk De oudheid van de joden schrijft hij: "Ik heb ook veel moeite gedaan om de Grieken te leren en de elementen van de Griekse taal te begrijpen, hoewel ik er al zo lang aan gewend ben onze eigen taal te spreken dat ik het niet kan. spreek Grieks met voldoende nauwkeurigheid uit: want onze natie moedigt degenen die de talen van vele naties leren niet aan". (Josephus, Ant.20.11.2)

Gedurende vele jaren is geleerd dat Grieks en Aramees de talen van Israël waren tijdens de Tweede Tempelperiode (530 v. Chr. tot 70 n. Chr.). In de afgelopen vijftig jaar zijn er echter steeds meer bewijzen naar boven gekomen dat de taal van de Joden in Israël in deze tijd in feite Hebreeuws was. Hieronder staan ​​enkele ontdekkingen die deze theorie ondersteunen.

In 135 CE leidde Shimon Ben Kosiba (Simon Bar Kockba) de laatste opstand tegen de Romeinen.  Een fragment van een perkament dat begint: "Van Shimon Ben Kosiba tot Yeshua Ben Galgoula en tot de mannen van het fort, vrede..." Dit is een brief van Shimon zelf aan een van zijn leiders in de opstand en het is in het Hebreeuws geschreven.

Alle munten die tijdens de tweede tempelperiode in Israël zijn geslagen, bevatten inscripties die in het Hebreeuws zijn geschreven. De munten zijn geschreven in het laat-Semitische schrift met het opschrift "yerushalem" (Jeruzalem) en of (paleo) Hebreeuwse schrift met het woord "sh'ma" (horen).

De vele rollen en duizenden fragmenten die in de Dode Zeegrotten zijn ontdekt, zijn geschreven tussen 100 CE en 70AD. Sommige van deze rollen en fragmenten zijn van Bijbelse boeken, maar andere zijn werken die betrekking hebben op de dagelijkse gang van zaken. Van al deze rollen en fragmenten is ongeveer 90% in het Hebreeuws geschreven, terwijl slechts 5% in het Aramees en 5% in het Grieks.

De overheersende theorie over de Dode Zeerollen is dat deze rollen werden geschreven en weggestopt in grotten door een kleine sekte van het Jodendom genaamd de Essenen. Er is echter een andere theorie, niet zo populair, maar het is degene die ik toeschrijf, de Grotten van de Dode Zee waren de begraafplaats voor oude rollen die niet langer bruikbaar waren. In het Jodendom moet elk document dat de naam van God, JHWH, bevat, worden begraven en nooit worden vernietigd. Bewijs dat deze theorie ondersteunt, is dat onder de Dode Zeerollen het boek Esther niet is gevonden. Dit is het enige boek van de Tanach (Oude Testament) dat de naam JHWH niet bevat, wat betekent dat het geen begrafenis vereist.

Even een zijsprong: Ik ben fortuinlijk geweest om in de Jeruzalem Universiteit, op de afdeling archeologie een gesprek te hebben gehad met een professor die met de dode zeerollen bezig was. Terwijl we spraken zag hij dat ik geïnteresseerd naar een Esther boek keek en vroeg aan mij waarom ik daarna keek.

Toen ik zei dat ik het vreemd vond dat dat boek hier was terwijl zij bezig waren met de dode zee rollen, vroeg hij verder waarom ik dat vreemd vond en of wat ik daarvan dacht.

Tot dat moment was het licht druk op de afdeling waar zo’n 5 mensen aan het werk waren, maar zodra ik zei dat dat boek daar niet gevonden was omdat Zijn naam daar niet in stond en dus niet begraven hoefde te worden, werd het plotseling zo stil en merkbaar dat iedereen zat mee te luisteren wat zo’n “niet Israëli” te vertellen had.

Onze nieuw testamentische Bijbels vertellen een “Joodse” geschiedenis, door een “Joodse” bevolking in een “Joods” land met in de hoofdrol een “joodse” rabbijn.

De tijd, cultuur en voorafgaande Griekse overheersing zet het nieuwe testament in een ‘alles wat niet Joods is’ verderfelijk en niet omgaande Joodse cultuur en beleving.

Hoeveel kans zou er zijn dat de oorspronkelijke teksten in uw Bijbel Grieks zijn? Ik denk misschien 0,0001 %. Alleen het feit dat God bedoelt had om Zijn Woord voor Israël bekend te maken die al vanaf Salomo in de wereld was verbannen en hun afkomst niet meer wisten. Maakte dat het later in het Grieks werd vertaald omdat nu eenmaal de taal van de wereld was.

We beseffen het niet maar alles in uw NT is doordrenkt van de Joodse cultuur.

Zullen we eens kijken? hier een voorbeeld.

Luk.4: 15 En Hij leerde in hun synagogen, en werd van allen geprezen. Alleen erkende rabbijnen leerde in synagogen, kom ik straks op terug.

16 En Hij kwam te Nazareth, daar Hij opgevoed was, en ging, naar Zijn gewoonte, op den dag des sabbats in de synagoge; en stond op om te lezen. Hij ging zoals normaal was op Shabbat naar de Synagoge.

17 En Hem werd gegeven het boek van den profeet Jesaja; en als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was: Jezus heeft deze passage in Jesaja niet zomaar "uitverkoren"; deze passage was de geplande haftarah van deze sabbat. Elke sabbatdienst omvat twee regelmatig geplande lezingen. De eerste komt uit de Thora (Genesis tot en met Deuteronomium), die het hele jaar door in zijn geheel wordt gelezen. De tweede is de haftarah, die specifieke, regelmatig geplande passages zijn uit de Geschriften en de Profeten van de Tanach (Oude Testament). De dienaar legt de Thora zo klaar dat de pagina open staat en je hoeft alleen maar de bedoelde tekst te vinden.

Zo weten we nu exact op welke Shabbat Hij dit deed.

18 De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn van hart; 19 Om den gevangenen te prediken loslating, en den blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren. 20 En als Hij het boek toegedaan en den dienaar wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem geslagen.

21 En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren vervuld. Als we dit lezen, stellen de meesten van ons zich voor dat Jezus opstaat van zijn stoel in de gemeente en naar het podium gaat van waaruit hij uit het boek Jesaja leest. Als hij klaar is met lezen, herneemt hij zijn plaats in de gemeente en iedereen staart hem aan en van daaruit spreekt hij tot hen. Als we echter slechts één traditie begrijpen die verschilt tussen jodendom en christendom, zouden we deze passage iets beter begrijpen. Christelijke predikers onderwijzen vanuit een staande positie, maar Joodse rabbijnen onderwijzen vanuit een zittende positie. Met dit kleine weetje weten we nu dat Jezus de Rabbi was, geen bezoeker.

Er is nog één ding dat ik uit deze passage wil opmerken. Jezus was een vrome Jood die niet alleen de geboden van God gehoorzaamde en opvolgde, maar ook de tradities van het Jodendom, zolang die tradities de geboden van God maar niet schonden. In deze passage zien we dat het Jezus' "gewoonte" was om naar de synagoge te gaan. Het hele concept van de synagoge werd gecreëerd tijdens de ballingschap van Israël in Babylon en is daarom een traditie van het Jodendom, niet de Thora (Gods leringen).

Waar het om draait is dit: De wereld, onze Griekse cultuur, ons Westerse denken staat haaks op het Hebreeuwse denken en cultuur van de Bijbel. Wij spreken graag in figuurlijke termen, iedereen heeft en geeft zijn eigen waarde aan al die termen. Waardes en betekenissen veranderen om de zoveel tijd. We zeggen in schepping te geloven maar denken volgens evolutie, en nog erger zo wordt ook met de Bijbel en inhoud mee omgegaan. 

De Bijbel spreekt in concrete termen, de 1ste keer dat iets wordt vermeld is meteen voor eeuwig, het veranderd niet. Het kan wel worden aangevuld of het kan iets anders betekenen als het onderwerp veranderd maar dat is dan weer consequent voor dat specifieke onderwerp.

Ik hoop dat u hier wat aan heeft door het besef meer te kunnen begrijpen door de Bijbel te lezen met een ‘Hebreeuwse’ bril.

 

Lees uw Bijbel, volg Hem na en bepaal uw doel.

 

Shalom Raymond

Reacties