Doorgaan naar hoofdcontent

Jezus onze GOD

 


Wie is Jezus?

Allereerst wat is Zijn naam? is dat de Griekse Jezus wat komt van Iesous, of de Hebreeuwse Yeshua wat komt van Yehoshua. Misschien moet ik de vraag anders stellen; ‘wat betekend Jezus’, nu kan je hier allerlei invullingen aan geven maar wat zegt de Bijbel?

Matt.1: 21 En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

Hij moet dus Jezus worden genoemd WANT …  Zijn naam betekend dus zalig maken oftewel redden / verlossen. Iesous betekend? ..er zijn verschillende uitleggingen hiervoor zelfs die van dat het van het Hebreeuws afkomt, maar dat is allemaal abstract (Grieks) in plaats van concreet (Hebreeuws).

In het Bijbels Hebreeuws is het woord voor redden; ‘Yosia’.  Alle namen in de Bijbel hebben een concrete betekenis wat inhoud dat het niet zoals in het Grieks of welke taal dan ook, niet een klank is maar een naam met een woordbetekenis. Uit Yosia redden komt de naam Yehoshua, wat betekend ‘JHWH red’. Van deze naam is door beïnvloeding en cultuur veranderingen later na Babylon de naam Yeshua gekomen, de betekenis blijft echter hetzelfde.

Als je Jezus of Iesous invult in Matt. 1:21 heb je geen concrete invulling van Zijn naam,  zoiets van; ‘ je moet hem jan noemen want hij zal groente snijden’, er is geen verwijzing of verklaring. Maar als je Yeshua invult krijg je; ‘ je moet Hem ‘JHWH redt’ noemen want JHWH zal redden. (vrij vertaald). Nu is de vraag; ‘zei de engel maar wat’ of is Zijn naam; Yeshua belangrijk? Vanaf nu zal ik Hem in ieder geval om deze reden, of Yehoshua of Yeshua gaan noemen.

Volgende vraag; wat betekend of wat houdt ‘de Zoon’ van God in? Was Yehoshua gewoon mens, was Hij de Zoon, en of was Hij de Zoon en tegelijkertijd ook de Vader? Van JHWH de Vader staat o.a. geschreven; dat alleen Hij, is de almachtige sterke God, alleen Hij mag / moet je aanbidden, alleen Hij kan vergeven, Hij is de grote ik ben, de schepper van alle dingen, de eerste en de laatste, van oudsher en tot in alle eeuwigheden, Hij kan niet liegen, Hij kan niet dood gaan.

Jes.9:5  Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst; In het Nederlands of in elk andere taal (behalve het Bijbels Hebreeuws) staan hier een aantal namen welke aan het Kind, de Zoon wordt gegeven, echter in het Hebreeuws zijn namen dus woorden en hebben een concrete betekenis, staan hier een aantal karakter eigenschappen. Elke persoon in de Bijbel heeft karaktereigenschappen die tegelijk zijn /haar naam zijn. We gaan ons even concentreren op de eigenschap ‘sterke God’ wat vertaald is uit het Hebreeuwse woord El Gibbor. het woordje El wordt alleen maar gebruikt voor de God van Israël, het staat voor een titel (eigenschap) die daarop volgt.

Zo heb je El Elyon (komt van alah wat betekend, wat omhoog gaat ), en betekend ‘de Hoogste God’. El Olam = ‘God in alle eeuwigheid’, El Hashamayim = ‘de God van de hemelen’ enz. Het woord El is niet voor een mens gegeven zeker niet als het in het woord van God wordt genoemd.

De karakternaam El Gibbor is eigenlijk een interessante naam omdat dit vrij vertaald betekend; ‘sterke Godsman’ Jes 42:13 De HEERE zal uittrekken als een held; Hij zal den ijver opwekken als een krijgsman; Hij zal juichen, ja, Hij zal een groot getier maken; Hij zal Zijn vijanden overweldigen. Hier wordt een held (El gibbor) in een vergelijk gezet met een krijgsman, een man van oorlog. Dit wordt bevestigd in Ex.15:3 De HEERE is een krijgsman; HEERE is Zijn Naam! El Gibbor voor JHWH vind je ook In Jes 10:21 Het overblijfsel zal wederkeren, het overblijfsel van Jakob, tot den sterken God!

El Gibbor wordt ook tweemaal in combinatie gebruikt met Gaddol wat betekend ‘grote of grootste’.  Er staat dan HaEl Hagaddol Hagibbor In Jer.32:18 Gij, Die goedertierenheid doet aan duizenden, en de ongerechtigheid der vaderen vergeldt in den schoot hunner kinderen na hen; Gij grote, Gij geweldige God, Wiens Naam is HEERE der heirscharen! dit staat ook zo in Deut 10:17 Want de HEERE, uw God, is een God der goden, en een Heere der heren; die grote, die machtige, en die vreselijke God, Die geen aangezicht aanneemt, noch geschenk ontvangt;

Terug naar Jes. 9:5 Het Kind, de Zoon krijgt dus direct vanaf Zijn geboorte een karakternaam wat de Bijbel alleen voor JHWH heeft gegeven. De Bijbel geeft hier direct zonder omwegen aan dat dit Kind, de Zoon niemand meer dan de machtige JHWH is. Laten we kijken of dat ook geld voor de andere karakter eigenschappen hier beschreven van JHWH. 

Yehosuha wordt diverse keren aanbeden, nu heb je 2 vormen van aanbidden beschreven in de Bijbel het 1ste  is in respect naar een meerdere of oudere persoon, een ander mens, zo aanbad Moshje bijv. zijn schoonvader. Ten 2de de religieuze aanbidding van een Godheid, waarbij de Bijbel aangeeft dat er maar 1 God is en dus niets of niemand naast God aanbeden mag worden!! De vraag is dus; welke aanbiddings vorm wordt aan Yeshua gegeven, die naar een mens of naar een God? In Joh 20:28 En Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Heere en mijn God! Thomas was de eerste keer dat Yehosuha zich liet zien aan de discipelen, er niet bij, hij wilde het bewijs zien voordat hij kon geloven, toen Thomas dit bewijs kreeg zei hij tegen Yehosua ‘mijn Heere en God’, en werd door Hem niet bestraft.

Nu is het zogenaamde Nieuwe Testament veelal in het Grieks geschreven en als je de ‘echte’ betekenis wit weten zoals het in het Grieks werd bedacht moet je het NT vergelijken met een oudere Griekse tekst die dezelfde bewoording gebruikt.

Zo’n 500 jaar eerder is het OT is in Alexandrije door Griekse Joden in het Grieks vertaald, bekend als het zg Septuaginta.  De woorden van Thomas ‘Heere en God’ staat in het NT Grieks als ‘Ho Kurios mou ho theos mou’. ter vergelijking voor deze namen van God uit de Septuaginta, gaan we naar het shema (geloofsverklaring van Israël) in deut.6:4 Hoor, Israël! de HEERE, onze God, is een enig HEERE! wat vertaald is in ‘kurios ho theos hemon’, het komt echter van het woord JHWH Elohenu wat weer van Elohim komt.

Samenvattend ‘JHWH ELOHIM’ is in het Grieks ‘Kurios Theos’ en dit wordt door Thomas gezegd aan Yehosuha, die hem daarop niet terechtwijst maar zegt; 29  Omdat gij Mij gezien hebt, Thomas, zo hebt gij geloofd; zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben, en nochtans zullen geloofd hebben. Dus de karakter eigenschap van  ‘een sterke God en bijbehorende aanbidding geld voor zowel JHWH als ook Yeshua, nog meer?

Dat Yeshua net als JHWH vergeeft staat oa in Joh.8:24 Ik heb u dan gezegd, dat gij in uw zonden zult sterven; want indien gij niet gelooft, dat Ik Die ben, gij zult in uw zonden sterven. Dat vergeven alleen door JHWH kan worden gedaan staat oa in Jes.43:25 Ik, Ik ben het, Die uw overtredingen uitdelg, om Mijnentwil, en Ik gedenk uwer zonden niet. Deze twee teksten zeggen allebei dat de “IK BEN” het is die vergeeft, in het Grieks is het ‘ OTI EGO EIMI’ de IK BEN IS DAN Yeshua die vergeeft en in het Hebreeuws is het JHWH, de IK BEN ANOCHI die vergeeft.

Yehosua heeft hierom diverse keren problemen gehad met de schriftgeleerden, dit waren de mensen die de Tenach goed kenden en wisten van de teksten, dat alleen JHWH kan vergeven. Op zulke gelegenheden stonden ze dan ook klaar om volgens de WET Yehosua te stenigen, en uiteindelijk was dit de beschuldiging die Hem aan het kruis bracht. Marc.2:5 En Jezus, hun geloof ziende, zeide tot den geraakte: Zoon, uw zonden zijn u vergeven.6 En sommigen van de Schriftgeleerden zaten aldaar, en overdachten in hun harten:7 Wat spreekt Deze aldus gods lasteringen? Wie kan de zonden vergeven, dan alleen God?

Yeshua zelf geeft in Joh 8:24 aan dat indien je niet in Mij gelooft als de IKBEN die vergeeft dan ben je verloren. De naam uit Math.1:21 ‘Yeshua’ komt van de woorden Yehovah = God en Yasa = redden, bij elkaar wordt dit JHWH die redt, Matth. 1 :21 zegt dat deze Yeshua de mensen redt van hun zonden, wiskundig gezien;

A Yeshua is de redder B JHWH is de redder, uit A+B=C volgt C Yeshua = JHWH

De volgende versen maken dit ook duidelijk Math. 1:23  Ziet, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten; Emmanuël hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons. Immanu = met ons, El =JHWH, deze en andere karakter eigenschappen welke aan de naam Yeshua (ook een karaktereigenschap) is gegeven, zijn wat en wie Hij is. Let op!! dit is de Engel van JHWH die dit zegt, de Engel die voortdurend bij JHWH is. Yeshua is dus hier gelijk aan Emmanuël  oftewel JHWH die redt = JHWH met ons = Yeshua. Hand.4:12 zegt het zo  En de zaligheid (redding) is in geen Anderen; want er is ook onder den hemel geen andere Naam, Die onder de mensen gegeven is, door Welken wij moeten zalig (gered) worden.

Joh.14:7 Indien gijlieden Mij gekend hadt, zo zoudt gij ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu kent gij Hem, en hebt Hem gezien. 8 Filippus zeide tot Hem: Heere, toon ons den Vader, en het is ons genoeg.

9 Jezus zeide tot hem: Ben Ik zo langen tijd met ulieden, en hebt gij Mij niet gekend, Filippus? Die Mij gezien heeft, die heeft den Vader gezien; en hoe zegt gij: Toon ons den Vader? 10 Gelooft gij niet, dat Ik in den Vader ben, en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot ulieden spreek, spreek Ik van Mijzelven niet, maar de Vader, Die in Mij blijft, Dezelve doet de werken. 11 Gelooft Mij, dat Ik in den Vader ben en de Vader in Mij is;

Yeshua is een met de Vader, de geloofstekst van de Bijbel voor Israël is ‘hoor Israël JHWH is uw God, de heer uw God is een eenheid’. Hij zegt dat de Vader en Hij dezelfde zijn dat Hij een onderdeel is van die eenheid.  Yeshua is de IKBEN 

Joh.1:1  In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. 2 Dit was in den beginne bij God.3 Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. Johannes geeft zoals de Bijbel dat altijd op dezelfde wijze doet, In poëzie en of in parallellen of hetzelfde op verschillende manieren gezegt. Verder wordt hetzelfde herhaalt door een tegenovergestelde waarheid, 'alle dingen zijn gemaakt en zonder hetzelfe is geen ding gemaakt', in andere woorden; alle dingen zijn gemaakt door Yeshua en er is geen enkele ding dat niet is gemaakt door Yeshua.

Yeshua kan dus niet zijn geschapen daar Hij de schepper van alle dingen zelf is. De theorie dat Yeshua niet in eeuwigheid bestond met de Vader gaat hier niet op. Yeshua zegt zelf dat Hij het begin is en het eind is, dat is de uitdrukking voor de eeuwigheid en wat tevens een karaktereigenschap is van JHWH. In Gen: 1:1 wordt gesproken over de schepping van Hemel en aarde oftewel inclusief alles wat er tussen ligt door JHWH, Joh. spreekt dat Yeshua dit deed oftewel JHWH is Yeshua

Kol.1:13Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde; 14 In Denwelken wij de verlossing hebben door Zijn bloed, namelijk de vergeving der zonden; 15 Dewelke het Beeld is des onzienlijken Gods, de Eerstgeborene aller kreaturen. 16 Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; 17 En Hij is voor alle dingen, en alle dingen bestaan te zamen door Hem;

Vers 16 is dezelfde vers uit Gen 1:1 waar JHWH de schepper is die dit deed. terwijl in vers 17 wordt vermeld dat Yeshua voor alles bestond en alles door hem bestaat. Ook wordt vermeld dat Yeshua de schepper is van de dingen die zichtbaar zijn en de onzichtbare dingen oftewel de zienlijke wereld en de onzienlijke. Vers 17 meld ook dat er niets bestond voordat Yeshua het schiep, ook dit gegeven sluit de theorie uit van een geschapen Yeshua.

Nogmaals aanbidding naar JHWH. Als Yesuha word verleid in de woestijn door satan, vraagt satan hem te aanbidden Math. 4:10 Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: Den Heere, uw God, zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen. Yeshua geeft terecht aan dat alleen JHWH aanbeden mag worden, in openbaring maakt Johannes een fout door de Engel die hem begeleid te aanbidden waarop de engel meteen reageert door Joh. terecht te wijzen. Diverse keren is zoiets gebeurd waar een engel door zijn verschijning aanbeden  werd en waarbij de engel dan de persoon terecht wees. Yeshua wordt ook diverse keren aanbeden, en bij elke keer laat Hij dit geheel toe, dit betekend of Yeshua is JHWH of Yeshua is gewoon een mens met zonde, die net als zo goed als iedereen, als God wilt zijn.

Math2:2 Zeggende: Waar is de geboren Koning der Joden? want wij hebben gezien Zijn ster in het Oosten, en zijn gekomen om Hem te aanbidden. Math.2:11  En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeken met Maria, Zijn moeder, en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden; Mirjam en Yoseph houden hun ook niet tegen, die wisten immers al door de engel wie Yeshua is.

Math 14:33 Die nu in het schip waren, kwamen en aanbaden Hem, zeggende: Waarlijk, Gij zijt Gods Zoon! hier zijn het de discipelen van Yeshua die Hem aanbidden, was Yeshua niet JHWH, dan was Hij en zij niet meer dan een groep, een sekte, precies zoals de Farizeeën later Paulus en de discipelen noemen.(maar vals beschuldigen)

Luke. 24:52 en zij aanbaden Hem, en keerden weder naar Jeruzalem met grote blijdschap. wederom zijn discipelen nadat Yehoshua naar de Hemel is gegaan.

Math 28:9En als zij heengingen, om Zijn discipelen te boodschappen, ziet, Jezus is haar ontmoet, zeggende: Weest gegroet! En zij, tot Hem komende, grepen Zijn voeten, en aanbaden Hem.

Ook de blinde man van geboorte aanbad Yeshua Joh.9:38 En hij zeide: Ik geloof, Heere! En hij aanbad Hem

Hebr.1:6 En als Hij wederom den Eerstgeborene inbrengt in de wereld, zegt Hij: En dat alle engelen Gods Hem aanbidden.  Zelfs JHWH zegt tegen de engelen dat ze Yeshua moeten aanbidden .

Joh.14:7 Indien gijlieden Mij gekend hadt, zo zoudt gij ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu kent gij Hem, en hebt Hem gezien. 8 Filippus zeide tot Hem: Heere, toon ons den Vader, en het is ons genoeg. 9 Jezus zeide tot hem: Ben Ik zo langen tijd met ulieden, en hebt gij Mij niet gekend, Filippus? Die Mij gezien heeft, die heeft den Vader gezien; en hoe zegt gij: Toon ons den Vader? 10 Gelooft gij niet, dat Ik in den Vader ben, en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot ulieden spreek, spreek Ik van Mijzelven niet, maar de Vader, Die in Mij blijft, Dezelve doet de werken. 11 Gelooft Mij, dat Ik in den Vader ben en de Vader in Mij is;

Joh.10:28 En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken. 29 Mijn Vader, die ze Mij gegeven heeft, is meerder dan allen; en niemand kan ze rukken uit de hand Mijns Vaders. 30 Ik en de Vader zijn een.

De Farizeeën horen hier zonder omhaal Yeshua zeggen dat Hij de God is die het eeuwig leven geeft wat alleen bestemd is voor JHWH de Vader. Hij geeft aan dat Hij en de Vader echad, een eenheid zijn, De ENE. De Farizeeën vinden dit godslastering en willen hierom Yeshua stenigen en hebben Hem hierom laten doden, indien Yeshua niet JHWH is dan hebben zij volgens de Bijbel 100% gelijk.

ex.3:14 En God zeide tot Mozes: IK ZAL ZIJN, Die IK ZIJN ZAL! Ook zeide Hij: Alzo zult gij tot de kinderen Israëls zeggen: IK ZAL ZIJN heeft mij tot ulieden gezonden!

Joh 8:56 Abraham, uw vader, heeft met verheuging verlangd, opdat hij Mijn dag zien zou; en hij heeft hem gezien, en is verblijd geweest. 57 De Joden dan zeiden tot Hem: Gij hebt nog geen vijftig jaren, en hebt Gij Abraham gezien? 58 Jezus zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Eer Abraham was, ben Ik. Yeshua zegt hier zelf en op andere plaatsen dat Hij allang bestond, Hij bestond voordat Hij als mens op aarde kwam, Hij bestond voor de schepping, voor Abraham, voor alles.

Joh.12: 37 En hoewel Hij zovele tekenen voor hen gedaan had, nochtans geloofden zij in Hem niet; 38 Opdat het woord van Jesaja, den profeet, vervuld werd, dat hij gesproken heeft: (1ste deel) Heere, wie heeft onze prediking geloofd, en wien is de arm des Heeren geopenbaard? 39 Daarom konden zij niet geloven, dewijl Jesaja wederom gezegd heeft: 40 Hij heeft hun ogen verblind, en hun hart verhard; opdat zij met de ogen niet zien, en met het hart niet verstaan, en zij bekeerd worden, en Ik hen geneze.

Het eerste deel van Jes die Joh. aanhaalt komt van Jes,53:11 Wie heeft onze prediking geloofd, en aan wien is de arm des HEEREN geopenbaard? Het tweede deel komt van Jes 6:10 Maak het hart dezes volks vet, en maak hun oren zwaar, en sluit hun ogen, opdat het niet zie met zijn ogen, noch met zijn oren hore, noch met zijn hart versta, noch zich bekere, en Hij het geneze.

Met het tweede deel geeft Johannes zonder omhaal aan dat Yesuha de God is met heerlijkheid gekroond

Joh.12:41 Dit zeide Jesaja, toen hij Zijn heerlijkheid zag, en van Hem sprak. over welke heerlijkheid spreekt Joh. eigenlijk en wat zag Jesaja dan? Dan moeten we terug naar Jesaja 6;1 In het jaar, toen de koning Uzzia stierf, zo zag ik den Heere, zittende op een hogen en verheven troon, en Zijn zomen vervullende den tempel. 2 De serafs stonden boven Hem; een iegelijk had zes vleugelen; met twee bedekte ieder zijn aangezicht, en met twee bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij. 3 En de een riep tot den ander, en zeide: Heilig, heilig, heilig is de HEERE der heirscharen! De ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol! 4 Zodat de posten der dorpels zich bewogen van de stem des roependen; en het huis werd vervuld met rook. 5 Toen zeide ik: Wee mij, want ik verga! dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik woon in het midden eens volks, dat onrein van lippen is; want mijn ogen hebben den Koning, den HEERE der heirscharen gezien. 6 Maar een van de serafs vloog tot mij, en had een gloeiende kool in zijn hand, die hij met de tang van het altaar genomen had. 7 En hij roerde mijn mond daarmede aan, en zeide: Zie, deze heeft uw lippen aangeroerd; alzo is uw misdaad van u geweken, en uw zonde is verzoend. 8 Daarna hoorde ik de stem des Heeren, dewelke zeide: Wien zal Ik zenden, en wie zal voor Ons henengaan? Toen zeide ik: Zie, hier ben ik, zend mij henen. 9 Toen zeide Hij: Ga henen, en zeg tot dit volk: Horende hoort, maar verstaat niet, en ziende ziet, maar merkt niet. 10 Maak het hart dezes volks vet, en maak hun oren zwaar, en sluit hun ogen, opdat het niet zie met zijn ogen, noch met zijn oren hore, noch met zijn hart versta, noch zich bekere, en Hij het geneze.

Hieruit blijkt nogmaals dat Jesaja het over JHWH heeft en dat Joh. zegt dat dat Yeshua is.

Ik kan nog wel een tijdje hiermee doorgaan, het punt is dat de Bijbel vol staan met deze uitdrukkingsvorm van JHWH in de vorm van Yeshua, het zijn geen twee personen, het is JHWH die zich in die uitdrukkingsvorm bekend maakt. Zolang er geen nieuwe hemel en aarde is, zolang de mens nog geen nieuw lichaam heeft, zolang de mens niet een nieuw denken heeft, en zolang het nieuwe Jeruzalem nog niet is nedergedaald, kan JHWH zich niet laten zien in Zijn 'normale' vorm. Alles wat nu bestaat, bestaat onder de vloek, het zou ter plekke vergaan.

Yeshua was er dus altijd al, Hij was het die o.a. met het volk mee ging in de woestijn, Hij was het die met Abraham sprak, met Mozes, met alle profeten lees het maar na, er staat nl altijd het woord kwam en sprak, of zouden dat misschien woorden zijn die aan komen vliegen en dan plotseling hoorbaar zijn?? Hij was het ook die worstelde met Jacob en die de aanvoerder van het leger was met Joshua. Het zijn dus niet drie personen, het is geen drie-eenheid, het is precies andersom, het is 1 God in drie voor ons bekende vormen ( maar dat kunnen er veel meer zijn), er is echter maar 1 God, JHWH.

 

Lees uw Bijbel, volg Hem na en bepaal uw doel.

 

Shalom Raymond.

Reacties